Vier verschillende soorten groente, maar weten jullie het verschil? Ik moet eerlijk bekennen dat het voor mij ook altijd nog verwarrend is. Misschien is dat ook de reden dat we ze niet zo vaak eten. En dit terwijl ze stuk voor stuk heerlijk en gezond zijn. Hier de 4 groenten op een rijtje.
 
KOOLRAAP
Koolraap behoort tot de familie van de kool. Deze dikbuikige knol groeit, in tegenstelling tot andere koolsoorten, onder de grond. De koolraap is waarschijnlijk ontstaan uit een kruising tussen kool en knolraap. Koolraap wordt dan ook vaak verward met knolraap, maar het zijn twee verschillende plantenwortels. Koolraap heeft een ruwe groengele schil en wordt altijd gekookt of gestoofd gegeten. Het gele, geurige vlees heeft dan een zachte, zoetige en bijzonder aromatische smaak. Koolraap doet het goed bij kaas en kaasgerechten, saucijzen, rookworst, ham en lamsvlees. Het is rijk aan vitamine, net zoals diverse andere koolsoorten.
 
KNOLRAAP
De knolraap wordt ook wel meiraap of meiknolletje genoemd. De knolraap en de koolraap worden vaak met elkaar verward, zoals eerder genoemd. De knolraap smaakt wat radijzig. De knolraap wordt aan het einde van de lente en in de zomer geoogst . De knolraap groeit net als de koolraap onder de grond.
 
KOOLRABI (Zie afbeelding)
Koolrabi is de knolvormige, verdikte stengel van een koolplant. Anders dan koolraap groeit koolrabi boven de grond. Het is dus niet de wortel die je eet. Afhankelijk van de soort zijn de knollen bleekgroen of blauwviolet van kleur. Onder de schil zijn beide variëteiten wit-geel van kleur. De smaak lijkt op die van bloemkool, maar is wat pittiger. Rauwe koolrabi smaakt selderij-achtig. Koolrabi kan zowel rauw als gekookt gegeten worden. Koolrabi heeft een laag energetische waarde, is rijk aan vitamine C en vezels en is bovendien een bron van kalium. Koolrabi komt onder andere uit Nederland.
 
KNOLSELDERIJ
Knolselderij is de stevige knol van de selderijplant. De knol groeit voor een deel onder de grond en wijkt daarin af van zijn familieleden: de bladselderij en bleekselderij. De knol is bruingeel van kleur, het vruchtvlees is lichter en heeft een milde, kruidige smaak. Vooral de knol is belangrijk voor de teelt, maar je kunt ook de bladeren eten, bijvoorbeeld in de soep. Vaak wordt in het vroege voorjaar knolselderij met een toefje loof in de handel gebracht.
 
Bron: www.groentenenfruit.nl